Het is een hele kunst, sociale interactie. De spanning tussen onthullen en verhullen. Sommige mensen hebben hier een oplossing voor bedacht: oppervlakkigheden. Ze leggen hier een soort bibliotheek voor aan met anekdotes en gezegden. Zo kun je dus blijkbaar een compleet gesprek voeren zonder daadwerkelijk iets van je ziel bloot te geven.
Het lijkt me praktisch, ik geef al snel teveel weg. Toch vind ik het niet bevredigend, een gesprek voeren met iemand die zijn zorgvuldig aangelegde repertoire recycled bij elke persoon die het maar wil aanhoren.
De meesten komen er mee weg. Je denkt achteraf dat je daadwerkelijk iets over die persoon geleerd hebt. Meestal is dat niet het geval maar pas na intensief contact kom je er achter dat die persoon wellicht niet in staat is tot echt contact. Spijtig vind ik dat.
Hele volkstammen voeren zo gesprekken. Ik houd niet van voetbal, kijk geen TV meer, en helaas ook niet geschoold aan een universiteit zodat ik prachtige vaktermen kan toevoegen aan een gesprek. Misschien moet ik toch zo’n bibliotheek beginnen.
Ik doe dat natuurlijk niet. Ik houd van gesprekken die zich natuurlijk ontwikkelen met een soort geven en nemen. Creativiteit in een gesprek is voor mij erg aantrekkelijk. Een gesprek zonder diepgang, ach, dan ga ik liever een blokje om.
Uiteraard beschik ook ik over oppervlakkigheden. Je moet tensotte ergens beginnen en bij de bakker kun je wellicht niet terecht met je zielenroerselen. Maar na een half uur van dit soort oppervlakkigheden uitwisselen haat ik mijzelf behoorlijk. Dat je het maar weet.